Onze ambities en onze leefomgeving

Soms gaan plannen samen met meer geluid. Bijvoorbeeld omdat er meer verkeer komt. We wegen steeds af wat acceptabel is. Want we willen dat ontwikkelingen mogelijk blijven, maar ook dat inwoners niet te veel hinder ondervinden. In deze afweging betrekken we de plek van de ontwikkeling. In woonwijken en bij scholen willen we weinig geluidshinder. Op bedrijventerreinen en in dorpscentra accepteren we meer lawaai. Ook bij evenementen staan we tijdelijk meer geluid toe.

In onze gemeente liggen drie door de provincie aangewezen stiltegebieden: het Drents-Friese Wold, het Fochteloërveen en de Dellebuursterheide. Hier zijn we extra streng op het gebied van geluid.

Geur

Ooststellingwerf is een landelijke gemeente. Geurhinder is bij ons vaak gekoppeld aan de veehouderij. In de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) staan landelijk geldende afstanden en normen voor geurhinder van veehouderijen. De gemeente heeft binnen deze wet de mogelijkheid om andere geurnormen en afstanden vast te stellen. Zo kunnen we geurhinder beperken, maar ook ruimte geven aan veehouderijen om zich te ontwikkelen.

We leggen onze keuzes rond geur vast in een geurgebiedsvisie en zo nodig onze afwijkende normen in een geurverordening.. Tot die tijd gebruiken we de kaders die we in onze huidige geurverordening hebben vastgelegd.

Dat het ’s nachts nog donker is, is heel belangrijk voor onze natuur. En met het Drents-Friese Wold en het Fochteloërveen hebben we twee van de donkerste gebieden van Nederland in onze gemeente!

Ons vertrekpunt is dat plannen geen overbodige lichtuitstraling mogen meebrengen. We bekijken of we rond onze natuurgebieden aanvullende regels op kunnen nemen die de donkerte daar nog beter beschermen.

Trillingen

Wij hebben het geluk dat we geen verstedelijkte gemeente zijn. De luchtkwaliteit is hier vaak goed. Vooral onze ritten met de (vracht)auto hebben invloed op de luchtkwaliteit. We zetten vanuit ons duurzaamheidsbeleid in op andere vormen van vervoer. Dat zal een positieve bijdrage hebben op de luchtkwaliteit. Voor luchtkwaliteit hanteren we de wettelijke waarden.

Luchtkwaliteit

Omgevingsveiligheid

De basis van onze gemeente is gevormd door onze ondergrond. De ondergrond is alles wat zich onder het maaiveld bevindt. Dus:

  • de bodem (zand, veen);
  • het grondwater, en;    
  • het bo­demleven (beesten en bacteriën).

Verschillende ambities, bijvoorbeeld rond klimaatadaptatie, hebben gevolgen voor de bodem. Ook het gebruik van bodemwarmte als nieuwe vorm van verwarming voor woningen kan gevolgen hebben voor de bodem.

Wij vinden het belangrijk dat we op een slimme manier gebruik maken van onze bodem. We beschermen de bodemwaarden waar dat nodig is en gebruiken daarvoor de wettelijke kaders. Bijvoorbeeld rond het waterwingebied Terwisscha bij Appelscha, dat belangrijk is voor ons drinkwater. En we bekijken hoe we onze bodem op een goede en duurzame manier kunnen benutten. Want onze bodem is ook belangrijk voor de boeren en ons voedsel. Met het Leer- en kenniscentrum Bodem in onze gemeente onderzoeken en monitoren we samen met de boeren voortdurend ons bodemleven en onze bodemkwaliteit.

Bodem en ondergrond

Omgevingsveiligheid gaat over het inschatten van risico’s van bijvoorbeeld het vervoer of de opslag van gevaarlijke stoffen. Ook straalpaden, hoogspanningsleidingen en gasleidingen brengen veiligheidsrisico’s met zich mee.

Op dit moment voldoen we aan alle eisen op dit vlak. Dat willen we zo houden. Bij nieuwe plannen gebruiken we de volgende uitgangspunten:

  • Binnen een aandachtsgebied voor veiligheidsrisico’s (brand, explosies, gif) zullen we in principe geen functies toestaan die kwetsbaar zijn bij calamiteiten, zoals een kinderdagverblijf of zorgcentrum. Het gaat om functies waar grote groepen mensen aanwezig zijn die zich niet zelfstandig in veiligheid kunnen brengen.
  • Voor nieuwe risicovolle activiteiten zoeken we ruimte op een bedrijventerrein.
  • Bij ontwikkelingen rond de energietransitie houden we aandacht voor mogelijke veiligheidsrisico’s.
  • We kiezen voor een hogere bescherming tegen risico’s in woongebieden en dorpscentra.
  • We accepteren een lager niveau van bescherming op bedrijventerreinen.

Overlast van trillingen is vaak aan de orde bij spoorwegen. Of bij verkeer over bruggen en soms bij tijdelijke werkzaamheden. In Ooststellingwerf volgen we hiervoor de landelijke regels.

Licht

OMGEVINGSVISIE

OOSTSTELLINGWERF

Jouw omgeving. Jouw toekomst 

New  image (copy3)

Als het om milieu gaat heeft Nederland in de Europese Unie afspraken gemaakt die altijd en voor alle gemeenten gelden. Dit zijn afspraken over de manier waarop we zorgen voor ons milieu. Er zijn vier regels. Deze regels worden de vier milieubeginselen genoemd. Onze Omgevingsvisie gaat uit van de vier beginselen:

  • Het voorzorgsbeginsel. Dit betekent dat we activiteiten voorkomen waarvan we verwachten dat ze negatief zijn voor het milieu.
  • Het beginsel van preventief handelen. We proberen milieuvervuiling zoveel mogelijk te voorkomen. Dit betekent dat we vooraf maatregelen nemen om een negatief gevolg van een activiteit te voorkomen. Denk aan de inzet van de beste technieken zodat er geen luchtvervuiling ontstaat.
  • Het beginsel van bestrijding aan de bron. Dit betekent dat we bij een negatief gevolg als eerste kijken of er iets bij of in de directe omgeving van de activiteit zelf kan worden veranderd. Bijvoorbeeld door vuile lucht af te vangen of door geluiddempende maatregelen bij het bedrijf zelf toe te passen.
  • Het beginsel de vervuiler betaalt. Dit betekent dat degene die de activiteit uitvoert ook moet betalen voor het voorkomen of opruimen van de negatieve gevolgen. Dat is bijvoorbeeld het opruimen van vervuiling of het aanleggen van een wal die het geluid keert bij een woonwijk.

De vier milieubeginselen

Onze uitgangspunten voor milieukwaliteit

Onze milieukwaliteit wordt bepaald door verschillende onderdelen:

  • geluid;
  • geur;
  • licht;
  • trillingen;
  • luchtkwaliteit;
  • omgevingsveiligheid;
  • bodem en ondergrond;
  • water.

Geluid

Verschillende onderdelen van milieukwaliteit

Voor verschillende milieuaspecten gelden landelijke en Europese regels. Maar we hebben als gemeente ook de ruimte om daar op onderdelen een eigen lijn in te kiezen.

En verschillen te maken waar dat nodig is. Want elk gebied is anders en vraagt maatwerk. Daarom werken we vanuit de volgende uitgangspunten:

  • De kwaliteitseisen die door het Rijk zijn vastgesteld vormen ons het minimale niveau.
  • De milieukwaliteit blijft bij ontwikkelingen behouden en wordt bij voorkeur zelfs verbeterd.
  • We zorgen dat de milieukwaliteit in een gebied aansluit bij de functie van een gebied.
  • We werken vanuit het ‘ja, mits’-principe. Dat betekent dat we, als er de ruimte is om een eigen afweging te maken voor milieueisen, daar gebruik van maken. Want we willen graag ontwikkelingen mogelijk maken.
  • We bieden ruimte om te experimenteren. In die gevallen laten we een plan onder voorwaarden toe en zullen we de milieukwaliteit steeds monitoren om zo nodig daarna ook bij te stellen.
  • We kiezen bij de verbetering en bescherming van milieukwaliteit bij voorkeur voor een aanpak bij de bron.
  • De vervuiler betaalt en de belanghebbenden betalen mee.

We hebben veel ambities om onze gemeente een stapje verder te brengen: mooier, schoner, gezonder en duurzamer. Bij alle stappen die we zetten en alle plannen die we mogelijk maken, houden we rekening met wat we nu hebben. En in het bijzonder met onze milieukwaliteit en onze omgevingsveiligheid. Dat wordt ons ook gevraagd door het Rijk en door de Europese Unie.

Idee

Heeft u een plan
of idee?

Uitvoering 

Beleid, evaluatie en
monitoring

Achtergrond

Alle achtergrond-
informatie

Visie

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

Water

Ons watersysteem is de basis. Water is van waarde voor ons allemaal. Het is een eerste levensbehoefte. Het zorgt voor bedrijvigheid, bevordert welzijn en ontspanning. Ook is schoon water van groot belang voor de volksgezondheid.

Samen met Wetterskip Fryslân zorgen we dat onze waterhuishouding op orde is. Dat is een taak die voortdurend aandacht vraagt. Want bijvoorbeeld door klimaatverandering zien we ook veranderingen in ons watersysteem. Soms hebben we last van extreme buien, op andere momenten juist veel droogte.

Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor drie watertaken.

  • Het verzamelen en afvoeren van ons afvalwater. We maken bij nieuwe plannen gebruik van duurzame systemen voor afvalwater. En we zorgen dat ons bestaande rioolstelsel (riolen, rioolgemalen) op orde is.
  • Het afvoeren van regenwater. Waar dat kan koppelen we het regenwater af. Zodat we het regenwater als bron van schoon water weer kunnen benutten. We kiezen voor het vasthouden van het regenwater op de plek waar het valt. Dat is uitgangspunt voor de inrichting van ons openbaar gebied. Daarna maken we plekken waar we het water tijdelijk kunnen bergen (een wadi bijvoorbeeld) en dan pas afvoeren naar sloten en vijvers.

Alle plannen moeten ook een watertoets doorstaan. Deze toets moet laten zien dat een plan geen negatieve gevolgen heeft voor ons watersysteem. We bekijken of we bij plannen ook een norm op kunnen nemen voor verharding van het perceel. Deze norm geeft dan aan welk deel van een perceel maximaal mag worden verhard.

  • Maatregelen als er structurele problemen zijn met grondwaterstanden. Grondeigenaren zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor problemen met het grondwater. Wij springen bij als er maatregelen nodig zijn in het openbaar gebied.

Visie

book-by-cynthia-garci...

Het toekomstbeeld
voor de gemeente

OOSTSTELLINGWERF

OMGEVINGSVISIE

Jouw omgeving. Jouw toekomst 

Onze ambities en onze leefomgeving

We hebben veel ambities om onze gemeente een stapje verder te brengen: mooier, schoner, gezonder en duurzamer. Bij alle stappen die we zetten en alle plannen die we mogelijk maken, houden we rekening met wat we nu hebben. En in het bijzonder met onze milieukwaliteit en onze omgevingsveiligheid. Dat wordt ons ook gevraagd door het Rijk en door de Europese Unie.

De vier milieubeginselen

Als het om milieu gaat heeft Nederland in de Europese Unie afspraken gemaakt die altijd en voor alle gemeenten gelden. Dit zijn afspraken over de manier waarop we zorgen voor ons milieu. Er zijn vier regels. Deze regels worden de vier milieubeginselen genoemd. Onze Omgevingsvisie gaat uit van de vier beginselen:

  • Het voorzorgsbeginsel. Dit betekent dat we activiteiten voorkomen waarvan we verwachten dat ze negatief zijn voor het milieu.
  • Het beginsel van preventief handelen. We proberen milieuvervuiling zoveel mogelijk te voorkomen. Dit betekent dat we vooraf maatregelen nemen om een negatief gevolg van een activiteit te voorkomen. Denk aan de inzet van de beste technieken zodat er geen luchtvervuiling ontstaat.
  • Het beginsel van bestrijding aan de bron. Dit betekent dat we bij een negatief gevolg als eerste kijken of er iets bij of in de directe omgeving van de activiteit zelf kan worden veranderd. Bijvoorbeeld door vuile lucht af te vangen of door geluiddempende maatregelen bij het bedrijf zelf toe te passen.
  • Het beginsel de vervuiler betaalt. Dit betekent dat degene die de activiteit uitvoert ook moet betalen voor het voorkomen of opruimen van de negatieve gevolgen. Dat is bijvoorbeeld het opruimen van vervuiling of het aanleggen van een wal die het geluid keert bij een woonwijk.

Onze uitgangspunten voor milieukwaliteit

Voor verschillende milieuaspecten gelden landelijke en Europese regels. Maar we hebben als gemeente ook de ruimte om daar op onderdelen een eigen lijn in te kiezen.

En verschillen te maken waar dat nodig is. Want elk gebied is anders en vraagt maatwerk. Daarom werken we vanuit de volgende uitgangspunten:

  • De kwaliteitseisen die door het Rijk zijn vastgesteld vormen ons het minimale niveau.
  • De milieukwaliteit blijft bij ontwikkelingen behouden en wordt bij voorkeur zelfs verbeterd.
  • We zorgen dat de milieukwaliteit in een gebied aansluit bij de functie van een gebied.
  • We werken vanuit het ‘ja, mits’-principe. Dat betekent dat we, als er de ruimte is om een eigen afweging te maken voor milieueisen, daar gebruik van maken. Want we willen graag ontwikkelingen mogelijk maken.
  • We bieden ruimte om te experimenteren. In die gevallen laten we een plan onder voorwaarden toe en zullen we de milieukwaliteit steeds monitoren om zo nodig daarna ook bij te stellen.
  • We kiezen bij de verbetering en bescherming van milieukwaliteit bij voorkeur voor een aanpak bij de bron.
  • De vervuiler betaalt en de belanghebbenden betalen mee.

Verschillende onderdelen van milieukwaliteit

Onze milieukwaliteit wordt bepaald door verschillende onderdelen:

  • geluid;
  • geur;
  • licht;
  • trillingen;
  • luchtkwaliteit;
  • omgevingsveiligheid;
  • bodem en ondergrond;
  • water.

Geluid

Soms gaan plannen samen met meer geluid. Bijvoorbeeld omdat er meer verkeer komt. We wegen steeds af wat acceptabel is. Want we willen dat ontwikkelingen mogelijk blijven, maar ook dat inwoners niet te veel hinder ondervinden. In deze afweging betrekken we de plek van de ontwikkeling. In woonwijken en bij scholen willen we weinig geluidshinder. Op bedrijventerreinen en in dorpscentra accepteren we meer lawaai. Ook bij evenementen staan we tijdelijk meer geluid toe.

In onze gemeente liggen drie door de provincie aangewezen stiltegebieden: het Drents-Friese Wold, het Fochteloërveen en de Dellebuursterheide. Hier zijn we extra streng op het gebied van geluid.

Geur

Ooststellingwerf is een landelijke gemeente. Geurhinder is bij ons vaak gekoppeld aan de veehouderij. In de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv) staan landelijk geldende afstanden en normen voor geurhinder van veehouderijen. De gemeente heeft binnen deze wet de mogelijkheid om andere geurnormen en afstanden vast te stellen. Zo kunnen we geurhinder beperken, maar ook ruimte geven aan veehouderijen om zich te ontwikkelen.

We leggen onze keuzes rond geur vast in een geurgebiedsvisie en zo nodig onze afwijkende normen in een geurverordening.. Tot die tijd gebruiken we de kaders die we in onze huidige geurverordening hebben vastgelegd.

Licht

Dat het ’s nachts nog donker is, is heel belangrijk voor onze natuur. En met het Drents-Friese Wold en het Fochteloërveen hebben we twee van de donkerste gebieden van Nederland in onze gemeente!

Ons vertrekpunt is dat plannen geen overbodige lichtuitstraling mogen meebrengen. We bekijken of we rond onze natuurgebieden aanvullende regels op kunnen nemen die de donkerte daar nog beter beschermen.

Trillingen

Overlast van trillingen is vaak aan de orde bij spoorwegen. Of bij verkeer over bruggen en soms bij tijdelijke werkzaamheden. In Ooststellingwerf volgen we hiervoor de landelijke regels.

Luchtkwaliteit

Wij hebben het geluk dat we geen verstedelijkte gemeente zijn. De luchtkwaliteit is hier vaak goed. Vooral onze ritten met de (vracht)auto hebben invloed op de luchtkwaliteit. We zetten vanuit ons duurzaamheidsbeleid in op andere vormen van vervoer. Dat zal een positieve bijdrage hebben op de luchtkwaliteit. Voor luchtkwaliteit hanteren we de wettelijke waarden.

Omgevingsveiligheid

Omgevingsveiligheid gaat over het inschatten van risico’s van bijvoorbeeld het vervoer of de opslag van gevaarlijke stoffen. Ook straalpaden, hoogspanningsleidingen en gasleidingen brengen veiligheidsrisico’s met zich mee.

Op dit moment voldoen we aan alle eisen op dit vlak. Dat willen we zo houden. Bij nieuwe plannen gebruiken we de volgende uitgangspunten:

  • Binnen een aandachtsgebied voor veiligheidsrisico’s (brand, explosies, gif) zullen we in principe geen functies toestaan die kwetsbaar zijn bij calamiteiten, zoals een kinderdagverblijf of zorgcentrum. Het gaat om functies waar grote groepen mensen aanwezig zijn die zich niet zelfstandig in veiligheid kunnen brengen.
  • Voor nieuwe risicovolle activiteiten zoeken we ruimte op een bedrijventerrein.
  • Bij ontwikkelingen rond de energietransitie houden we aandacht voor mogelijke veiligheidsrisico’s.
  • We kiezen voor een hogere bescherming tegen risico’s in woongebieden en dorpscentra.
  • We accepteren een lager niveau van bescherming op bedrijventerreinen.

Bodem en ondergrond

De basis van onze gemeente is gevormd door onze ondergrond. De ondergrond is alles wat zich onder het maaiveld bevindt. Dus:

  • de bodem (zand, veen);
  • het grondwater, en;    
  • het bo­demleven (beesten en bacteriën).

Verschillende ambities, bijvoorbeeld rond klimaatadaptatie, hebben gevolgen voor de bodem. Ook het gebruik van bodemwarmte als nieuwe vorm van verwarming voor woningen kan gevolgen hebben voor de bodem.

Wij vinden het belangrijk dat we op een slimme manier gebruik maken van onze bodem. We beschermen de bodemwaarden waar dat nodig is en gebruiken daarvoor de wettelijke kaders. Bijvoorbeeld rond het waterwingebied Terwisscha bij Appelscha, dat belangrijk is voor ons drinkwater. En we bekijken hoe we onze bodem op een goede en duurzame manier kunnen benutten. Want onze bodem is ook belangrijk voor de boeren en ons voedsel. Met het Leer- en kenniscentrum Bodem in onze gemeente onderzoeken en monitoren we samen met de boeren voortdurend ons bodemleven en onze bodemkwaliteit.

Water

Ons watersysteem is de basis. Water is van waarde voor ons allemaal. Het is een eerste levensbehoefte. Het zorgt voor bedrijvigheid, bevordert welzijn en ontspanning. Ook is schoon water van groot belang voor de volksgezondheid.

Samen met Wetterskip Fryslân zorgen we dat onze waterhuishouding op orde is. Dat is een taak die voortdurend aandacht vraagt. Want bijvoorbeeld door klimaatverandering zien we ook veranderingen in ons watersysteem. Soms hebben we last van extreme buien, op andere momenten juist veel droogte.

Als gemeente zijn we verantwoordelijk voor drie watertaken.

  • Het verzamelen en afvoeren van ons afvalwater. We maken bij nieuwe plannen gebruik van duurzame systemen voor afvalwater. En we zorgen dat ons bestaande rioolstelsel (riolen, rioolgemalen) op orde is.
  • Het afvoeren van regenwater. Waar dat kan koppelen we het regenwater af. Zodat we het regenwater als bron van schoon water weer kunnen benutten. We kiezen voor het vasthouden van het regenwater op de plek waar het valt. Dat is uitgangspunt voor de inrichting van ons openbaar gebied. Daarna maken we plekken waar we het water tijdelijk kunnen bergen (een wadi bijvoorbeeld) en dan pas afvoeren naar sloten en vijvers.

Alle plannen moeten ook een watertoets doorstaan. Deze toets moet laten zien dat een plan geen negatieve gevolgen heeft voor ons watersysteem. We bekijken of we bij plannen ook een norm op kunnen nemen voor verharding van het perceel. Deze norm geeft dan aan welk deel van een perceel maximaal mag worden verhard.

  • Maatregelen als er structurele problemen zijn met grondwaterstanden. Grondeigenaren zijn in eerste instantie zelf verantwoordelijk voor problemen met het grondwater. Wij springen bij als er maatregelen nodig zijn in het openbaar gebied.